Trainingsmethodes

Trainingsmethodes:

Trainen in een rijke omgeving met veel variatie en afwisseling voor optimale ontwikkeling van de speler
Wat is de betekenis van het woord ‘impliciet’? Wie de letterlijke definitie zoekt, komt tot het volgende:

im·pli·ciet (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)1(stilzwijgend) eronder begrepen (tegenstelling: expliciet)

Het tegenovergestelde daarvan is ‘expliciet’. De definitie daarvan luidt:

ex·pli·ciet (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)1uitdrukkelijk, letterlijk zo gezegd (tegenstelling: impliciet)

Dit werpt ook de vraag op wat differentieel leren oplevert in vergelijking met traditioneel leren. Het traditioneel leren staat voor een stapsgewijze benadering van het bewegingsideaal. Differentieel leren staat voor een sterkere verbetering van de prestaties tijdens de training. Waarbij het geleerde ook beter behouden blijft in de retentiefase.

De keuze tussen impliciet en expliciet leren
Wanneer het gaat om expliciet leren, dan is het aan de trainer om de spelers bewust te leren hoe belangrijke voetbalhandelingen uitgevoerd moeten worden. Dit betekent dus ook dat er sneller vooruitgang wordt geboekt door deze spelers ten opzichte van spelers die alles zelf moeten uitvinden. De keerzijde van expliciet leren is dat de voetbalhandeling alleen optimaal uitgevoerd wordt in de trainingsomgeving. Onder druk van een tegenstander verslechtert de kwaliteit snel.

Wie kijkt naar impliciet leren, ziet dat de oefenvorm een belangrijkere rol speelt. Daarin is de aanwijzing van de trainer verborgen. De spelers worden bijna gedwongen om de juiste voetbalhandeling uit te voeren, zonder dat zij hiervan bewust zijn gemaakt. De speler komt namelijk keer op keer in de situatie en moet daarvoor dus de juiste oplossing zelf bedenken. Impliciet leren zorgt dus dat de kennis van oplossingen beter wordt opgeslagen en is op te roepen dan wanneer deze expliciet is aangeleerd.

De keuze tussen traditioneel leren en differentieel leren
Het leven verandert voortdurend. Het is voor een mens dus belangrijk om flexibel te zijn en nieuwe vaardigheden te blijven leren. Wie niet vooruitgaat, staat stil en zal worden ingehaald door anderen. Dit is niet alleen een les voor het leven, maar zeker ook voor de sport. Dat maakt het dus ook heel belangrijk om effectief te leren. Hoe zouden grote sterren in de sport ooit hun eerste stappen hebben gezet om zo groot te worden als zij vandaag zijn. Komt dit door het eindeloos herhalen van trainingsvormen, komt dit door een grote discipline, of zijn er andere vormen die creatiever zijn en een groter effect hebben?

Speedladder


Het herkennen van het patroon
Het opslaan van gegevens en deze gegevens ordenen en koppelen is de taak van onze hersenen. Daardoor is de mens in staat om patronen te herkennen. Door te leren, worden verbindingen gelegd in de hersens. Deze verbindingen zijn steeds opnieuw te gebruiken. Deze worden daardoor ook steeds groter en breder. Het helpt om de kennis die we hebben opgebouwd steeds groter te maken. Dit helpt om steeds gemakkelijker patronen te herkennen als mens. Bewegingen herhalen doen we om ze eigen te maken en snel op te roepen in een wedstrijdsituatie. Dit maakt de wijze van leren dus ook belangrijk.

Gebruikmaken van traditioneel leren
Er bestaat een traditionele vorm van leren die al heel lang wordt toegepast. Dit is een algemene manier die perfect lijkt te zijn. Denk bijvoorbeeld aan het perfecte schot of de perfecte tackle. De manier waarop ieder mens beweegt heeft echter ook veel te maken met de opbouw van het lichaam en de persoonlijkheid. Deze combinatie is voor geen twee mensen gelijk. Daardoor is er dus geen perfecte vorm die algemeen toepasbaar is. Dit is per persoon verschillend. Daardoor heeft het geen meerwaarde om voortdurend dezelfde beweging na te bootsen. Beter is het om een eigen juiste beweging te vinden.

Het gebruik van handvatten
Dit betekent niet dat er geen handvatten of hoofdlijnen bestaan. De plaats van de duimen bij het vangen van een bal voorkomt dat de bal gemist wordt. Een tegenstander ontwijken leidt tot een gemakkelijker schot op doel. Vooral in de beginfase is er veel vooruitgang te boeken. Er is al snel een flinke learning curve op te zetten. Pas wanneer een basis is gelegd bij een mens, zal de learning curve meer afvlakken. De basiskennis over de beweging zit dan goed in het hoofd van de speler. Hier is dan nog weinig verbetering in te behalen. Daarna komt dus de fase van personaliseren om de eigen optimale beweging te kunnen ontdekken.

Gebruikmaken van differentieel trainen
Wie de echte topspelers bekijkt, ziet dat zij stuk voor stuk een eigen optimale manier van presteren hebben gevonden. Dat doen ze op basis van de eigen kwaliteit. Differentieel leren gaat dan ook over het optimaal variëren. Zo kunnen spelers zelf hun bewegingen en inzichten opdoen. Dat betekent dat niet keer op keer hetzelfde schot op doel wordt herhaald. In plaats daarvan wordt voor verschillende afstanden, verschillende plekken op het veld en verschillende voorbewegingen gekozen. Ook kan gekozen worden om eerst een loopladder of een reeks push-ups wordt verlangd om te leren schieten bij vermoeidheid.

Op allerlei vormen toepasbaar
De vorm van trainen is op allerlei zaken toepasbaar. Denk bijvoorbeeld aan verschillende partijvormen. Van 5 tegen 5 tot 6 tegen 2 en 9 tegen 3. De bedoeling daarbij is om de spelers voortdurend te verrassen. Daarmee wordt voorkomen dat alleen vaste patronen worden ingeslepen. Het is juist zo dat spelers zich dan aan de verschillende situaties moeten aanpassen. Ze zullen voortdurend moeten leren. De oefening met het schot gaat niet alleen om de perfecte beweging. Het gaat ook om het herkennen van de situatie. De verbindingen in de hersenen worden gelegd en meer en meer wordt dit een groot netwerk in het hoofd. Zo kan de speler altijd uit kennis putten.

Minder controle willen
De traditionele manier van leren staat veel meer in het teken van controle. Wie kiest voor differentieel trainen, kiest juist voor loslaten. Het is belangrijk dat de speler zelf met het lichaam leert omgaan. Het is belangrijk om de ogen op het doel te houden en vertrouwen te hebben in het eigen kunnen. Ook in situaties die niet herkend worden. Dat gaat niet uitsluitend om motoriek. Ook kennis en inzicht zijn daarin belangrijk. Dit maakt het essentieel om op het hoogste niveau te kunnen presteren. Het in een flow raken wordt dit ook wel genoemd. Dit betekent dat de controle losgelaten wordt.

Wat is neuroplasticiteit?
Of het nu om de grootste toppers gaat, of om een gepassioneerde amateur. Elke sporter traint dagelijks of wekelijks om daarmee beter te worden en optimaal te presteren. Dit betekent dus ook dat de hersenen dit opslaan. Hoe kan dit? En wat is de relatie tot de 10.000 uur regel, die wel of niet werkt? Dit heeft te maken met neuroplasticiteit. De ontwikkeling van de mens stopt namelijk nooit. Elke dag zijn weer nieuwe dingen te leren. Dat geldt niet alleen in de sportomgeving, maar ook in het dagelijks leven. Het brein slaat voortdurend nieuwe ervaringen op. In recente jaren is de kennis over de hersenontwikkeling flink toegenomen.

Meer meten dan ooit
Het is voor onderzoekers mogelijk om meer te meten dan ooit met een MRI. Dit betekent dat veel te leren is over de hersenfuncties. Dit heeft ervoor gezorgd dat veel theorieën over de hersenen die lang bestonden inmiddels ontkracht of aangepast zijn. Bijvoorbeeld de theorie dat een kinderbrein niet of nauwelijks nog kon veranderen. Dit is onjuist. Zoals het ook onjuist is dat een brein niet actief is op het moment dat er niet bewust wordt nagedacht. Het brein is altijd actief, ook in momenten van ontspanning.

De rol van neuroplasticiteit
Wanneer een persoon iets nieuws leert, dan brengt dit een verandering in de hersenen met zich mee. Dit is wat neuroplasticiteit is. Het is uit onderzoek gebleken dat het gedrag van de mens veranderingen in het brein teweegbrengt, zowel op jonge als op latere leeftijd. De vraag is dan dus hoe dit precies werkt. In de praktijk zijn er drie wijzen waarop hersenen kunnen veranderen.

De eerste wijze van veranderen
De eerste manier waarop hersenen kunnen veranderen is de chemische verandering. In het brein worden voortdurend chemische signalen van hersencel naar hersencel gestuurd. Deze signalen staan ook wel bekend als neuronen. Dit is een aanleiding om een serie van acties en reacties te ontketenen. Wie aan het leren is, zal deze neuronen zien toenemen. Bovendien concentreren ze zich vaak tussen de hersencellen. Dit is een verschijnsel dat flink snel gaat en dus ook de reden is waarom mensen snel in staat zijn om dingen te leren en onthouden.

De tweede wijze van veranderen
Over een langere periode kan het ook zo zijn dat structuren in de hersenen veranderen. Dit is de tweede manier. Het is een manier die langzaam gaat en meer te maken heeft met het lange termijn geheugen. De processen hebben namelijk altijd een verbinding met elkaar. Een goed voorbeeld hiervan is het leren hooghouden. Dit zal in het begin lastig zijn, maar wie doorzet kan na enkele uren al flink beter worden. Wanneer je dan stopt, kan het best zijn dat je de volgende dag het gevoel weer kwijt bent en weer opnieuw moet leren. Dit komt doordat op de eerste dag de neuronen een grote rol spelen. Op de lange termijn is het brein echter niet structureel veranderd. Terwijl dit wel nodig is om de oefening op te slaan. Daarom kan op korte termijn niet over leren worden gesproken. Dit kan alleen op lange termijn.

Specialist op het gebied van breintraining is Matthias Nowak.

Matthias Nowak – Technik- und Kreativtrainer FC Bayern München
Innovative Technical and Creative Training with Matthias Nowak (Bayern München)


De rol van gedrag
De veranderingen worden uiteindelijk netwerken tussen verschillende delen van het brein. Een bekend onderzoek is dat van taxichauffeurs die de Londense straten uit hun hoofd moeten leren voor het taxi-examen. De netwerken die deze chauffeurs in het brein hebben, zijn zeer groot in het ruimtelijk geheugen. Ook kunnen hersendelen een andere functie krijgen op het moment dat nieuwe dingen worden geleerd. Dit betekent dat de netwerken kunnen verplaatsen of de samenstelling ervan kan veranderen. Het brein leert dus door neuroplasticiteit op verschillende manieren.

Moeite met leren
Wat is de reden waarom het leren soms zo lastig is? Wat is de reden waarom mensen zaken vergeten op het moment dat ze ouder worden? Er zijn verschillende lessen uit onderzoeken over neuroplasticiteit te trekken. Denk dan vooral aan de rol van gedrag als het gaat om veranderingen. Zo is bijvoorbeeld te zien dat moeilijkere trainingsvormen voor grotere structurele veranderingen in het brein van spelers kunnen zorgen. Wel is het belangrijk om te beseffen dat die verandering positief of negatief kan uitpakken. Het kan gaan om iets leren of verbeteren, maar net zo goed om iets vergeten.

De kwaliteit van het brein
Het is belangrijk om te beseffen dat het brein van grote kwaliteit is. Daardoor is er dus ook geen eenduidige oplossing als het gaat om het leren van bewegingen of situaties. Lang werd gesteld dat de 10.000 uur regel van grote waarde was. Wie 10.000 uur trainde, zou in een bepaalde beweging heel goed worden. Uit onderzoek is gebleken dat dit niet helemaal juist is. Per mens kan dit of veel sneller gaan, of juist veel trager. Het is afhankelijk van hoe het brein in elkaar steekt. Daardoor is er dus meer dan één manier van werken voor grote groepen. Het is belangrijk dat een individu op een eigen manier leert. Daardoor zijn gepersonaliseerde trainingsmethodes van belang. Onderzoekers zijn hier dan nu ook meer onderzoek naar aan het doen.

Meer kennis op gedragsgebied
Dat gedrag een belangrijke rol speelde, was natuurlijk al langer bekend. Sporters die goed zijn in voetbal of hockey, hoeven niet perse ook goede zwemmers te zijn. De coach speelt hier een belangrijke rol in door op de training voortdurend van spelers nieuwe dingen te vragen. Meer uitdaging zorgt voor grotere structurele veranderingen. Dit is ook hoe Julian Nagelsmann werkt. Daarover zeiden ingewijden dat Nagelsmann de oefening verandert op het moment dat de spelers hem door hebben. Zo proberen de trainers voortdurend stress te creëren.

Een voorbeeld van stress creëren
Een voorbeeld van deze methode is het doen van positiespellen. De verdedigende partij staat in het midden en er staan meerdere doelen om hen heen. De verdedigers kunnen daar dus scoren op het moment dat ze de bal hebben. Door de doelen verschillende kleuren te geven. Je laat de spelers dan bij balverovering horen welke kleur op dat moment geldt. Dit vraagt van hen om voortdurend na te denken. Zo kunnen zij veel bereiken.

Training Willem Weijs handelingssnelheid

Voor iedereen een geschikte methode
Het trainen in een rijke omgeving is voor alle soorten spelers geschikt. Dat geldt in de jeugd en bij senioren. Daarin spelen factoren als taal, stress, relaties tussen ouders en kinderen, sociale relaties, economische status en allerlei andere zaken een rol in. Ook het ontwikkelen van allerlei functies zoals aandacht voor de omgeving of het opbouwen van een geheugen zijn daarin een belangrijke zaak. Dit is geen gemakkelijk systeem. Deze factoren bepalen allemaal hoe sterk de verbindingen in het brein worden. De structuren zijn bij volwassenen vaak sterker dan bij de jeugd. Daarom is bij kinderen het vermogen om te inhiberen ook kleiner.

Onderzoeken bij oudere spelers (senioren voetbal)
Er is ook veel onderzoek gaande naar ouder worden. Sommige verbindingen gaan dan weer lijken op de verbindingen bij jongeren. Het onderzoek lijkt uit te wijzen dat door training het niveau weer verder te verbeteren is. Dit betekent dus ook dat een coach hier veel waarde van kan hebben. Neuroplasticiteit bevorderen kan in rijke omgevingen beter dan met vaste patronen. Kinderen, volwassenen en ouderen blijken uit onderzoek motorisch beter te leren door impliciet leren dan door expliciet leren. Dit is voor alle leeftijden van toepassing. Ook bij groepen boven de 35 jaar zijn nog functionele verbindingen in de hersenen aan te leggen. Variatie is daarin dan ook de belangrijkste factor.

Zowel bij kinderen, volwassenen, als ouderen heeft onderzoek aangetoond dat herhaaldelijk beter motorisch leren bij impliciet /gevarieerd leren t.o.v. expliciet leren, voor alle leeftijden.


Goede voorbeelden van impliciet leren
Thomas Tuchel laat de spelers regelmatig met tennisballen in hun handen trainen. Zo was het voor hen onmogelijk om de handen te gebruiken in bepaalde situaties. Denk aan duwen of aan het shirt van de tegenstander trekken. Het verdedigen moest daardoor noodgedwongen uitsluitend met de voeten. Op deze manier wilde de trainer alle onnodige overtredingen proberen terug te dringen in wedstrijden. Tijdens de partijen werd al duidelijk dat hij minder als scheidsrechter op te treden. De spelers werden niet beter van het wijzen op het shirtje trekken, een expliciete aanwijzing. Wel leerden zij het af door impliciet leren. De spelers leerden vanzelf minder op hun handen te vertrouwen.

Overtuigen van spelers
Het kan lastig zijn om spelers te overtuigen dat deze manier van werken succes heeft. Zo worden vaak de zogenaamde laptoptrainers beschimpt. Wanneer spelers al jaren gewend zijn om op een specifieke manier te spelen, maar de trainer dit juist niet wil, dan kan dit tot confrontaties leiden. Wie in trainingsvormen de expliciete weg kiest, kan tegen weerstand oplopen, waardoor dit averechts werkt. Wie de speler onbewust andere keuzes aanleert, door impliciet leren in de oefenvorm, zal meer succes hebben. Dit is hoe meer en meer trainers op hoog niveau aan het werk gaan.

Kiezen voor de oefening
Het is dus niet de bedoeling om te vertrouwen op uitleg. De oefening uitleggen werkt minder goed dan de oefening aanpassen. Door dat aan te passen, is te zorgen dat de speler gedwongen wordt zich te voegen naar wat nodig is. Zo wordt bijvoorbeeld door trainers de vorm van het veld aangepast door delen af te zetten. Wie niet in de hoek kan spelen, zal voor het centrum kiezen. Dit maakt het mogelijk om bijvoorbeeld de backs te leren de bal niet langer langs de zijlijn naar de buitenspelers te spelen. Dit is dan ook in de wedstrijden weer terug te zien. Zoals de trainer dat ook het liefst wil.

Training Schmidt Positiespel met doel opbouwen 2tegen1 + 3tegen2
SkillsBall – voet, oog en hand coördinatie



Een voorbeeld van differentieel trainen
Wanneer een speler goed in staat is de handeling uit te voeren, is het zaak de volgende stap te zetten. Dit betekent dat de activiteit verbeterd moet worden. Dit betekent dat het nog belangrijker wordt om te variëren in de vormen. Een andere voorbeweging, een andere kleur of kleinere bal of een andere ruimte kunnen hier al veel effect in hebben. Het zorgen voor variatie is ook wel wat differentieel leren wordt genoemd. Daardoor is de manier waarop de handeling wordt uitgevoerd alleen maar nog beter. De speler krijgt meer en meer verbindingen in het hoofd en daardoor dus ook meer opties om te spelen. Het brein weet na enige tijd altijd de optimale actie te vinden. Het brein blijft op die manier ook actief. Een oefening voor zowel keeper als speler om het reactievermogen te verbeteren is trainen met de reactiebal.

Reactiebal

Veel variatie in onderstaande oefening van Thomas Tuchel. Partijspel in verschillende richtingen op verschillende goals. Je zou naast de goal ook een rebounder/tsjoek kunnen zetten, scoren via de rebounder/tsjoek telt voor 2, wees creatief en verrassend.

Training Tuchel partijspel verschillende richtingen en goals

De geestelijk vader van differentieel leren
Differentieel leren is ontwikkeld door Wolfgang Schöllhorn, een sportwetenschapper. Het werken met vaste regels voor een sporter levert in die visie niet veel op. De ideale trap of de ideale tackle bestaat simpelweg niet. Het is belangrijker dat de spelers de beweging zelf kunnen voelen. Door zoveel te variëren als mogelijk kan het menselijk lichaam zelf de juiste beweging herkennen. Dat kan per situatie immers ook sterk verschillen. In dynamische sporten bepalen de omstandigheden dan ook altijd wat de beste keuze is. Dit kan dus iedere keer weer anders zijn.

Het positieve effect
Het positieve effect van differentieel leren is al meerdere keren in de praktijk zichtbaar geworden. Zo werd een Duitse kogelstoter in 2007 aanzienlijk sterker nadat gekozen werd voor differentieel leren. Door de kogel op veel verschillende manieren te stoten, werden veel verbindingen gelegd. Daarbij werden zelfs methoden gebruikt die in wedstrijdvormen nooit voorkomen. Daarmee kon de kogelstoter zoveel progressie boeken, dat hij zelfs zilver wist te winnen op het Duits kampioenschap. Iets wat hem voorheen eigenlijk lijk nooit leek te gaan lukken in zijn loopbaan.

De weg van de kogelstoter
Het verhaal van de kogelstoter is uitgebreid gedocumenteerd. Zo is te zien dat er eerst zeven weken wordt getraind op dezelfde aanloop en dezelfde wijze van stoten. Daarna wordt zeven weken getraind met een eindeloze variatie in zowel de aanloop als de vorm van stoten. Dit leverde na die zeven weken een winst van twee meter op. Al in de vroege jaren zijn veel trainers hier door beïnvloed. Dit principe wordt op veel plekken toegepast. De spelers kunnen bijvoorbeeld de ingooi oefenen met andere voorwerpen, waarbij vooral ook het gewicht nogal kan verschillen. Op termijn is dan te zien dat spelers met de bal zelf steeds verder gaan gooien. Het gaat niet om de kracht. Het gaat om het optimaliseren van de beweging. Dat is de manier om progressie te boeken en grotere afstanden te overbruggen.

Training Kogelstoter

Verschillen in sporten
Natuurlijk is het belangrijk om met de fundamentele verschillen tussen sporten rekening te houden. De lessen van de kogelstoter zijn niet zo te kopiëren voor het voetbal. Wel is te leren dat differentieel leren ook in het voetbal toepasbaar is. In veel jeugdopleidingen van Nederlandse profclubs wordt vaker op straat en in de zaal gevoetbald om de opleiding te verrijken. Bij Ajax werd overwogen om zelfs één van de velden slecht te onderhouden. Zo konden spelers ook met die omstandigheden leren omgaan. Bij Ajax wordt in de jeugd ook gedribbeld met een bal in de vorm van een handbal. Daarmee wordt onbewust aan de vaardigheden van de spelers geschaafd. Onderzoekt heeft aangetoond dat sporters zich niet te vroeg moeten specialiseren op één sport maar hierin moeten variëren, breed motorisch opleiden. Een goed model hiervoor is het Athletic Skills Model (ASM). Dit zorgt voor betere prestaties, minder blessures, meer creativiteit en meer plezier! Voor meer informatie: https://www.athleticskillsmodel.nl/  

Allerlei mogelijke veranderingen aanbrengen
De veranderingen zijn er op allerlei gebieden mogelijk. Dit gaat verder dan alleen de ondergrond. Ook de verschillende ballen uitproberen is een optie. Positiespellen spelen met een kleinere bal is een goede keuze. Waarbij dan ook de soorten spellen weer door elkaar gegooid kunnen worden. Bijvoorbeeld door elke keer als de bal uit gaat een bal van een andere grootte terug het veld in te gooien. Dit kan ook met bijvoorbeeld een rugbybal in ovale vorm. Het lijkt gek, maar het is het ultieme voorbeeld van hoe differentieel leren werkt. Spelers kunnen hier al heel snel heel veel van leren. Een afwerkvorm waarin de spelers moeten dribbelen “door” een springtouw. Spelers moeten zich aanpassen aan de omstandigheden.

Impliciet leren – Spelers gaan onbewust vertragen of sneller dribbelen

Trainen op differentiële wijze
Er zijn drie factoren die meespelen. Het gaat dan om de activiteit, het individu en de omgeving. Wanneer deze factoren veranderen, wordt ook het leren van de speler beïnvloed. Daardoor zal deze de zaken steeds beter leren beheersen. De uitvoering wordt op termijn dus ook steeds beter. De spelers moeten de zelfde principes steeds op andere wijze toepassen. Dat kan veel meer opleveren dan keer op keer dezelfde oefening erin slijpen. De situaties kunnen immers sterk verschillen per keer. De speler moet beslissen en handelen naar deze situatie.

Het automatiseren van processen
Wie de resultaten van differentieel leren bekijkt, kan deze vergelijken met automatisering. De speler en het lichaam moeten zo vaak wennen aan veranderende omstandigheden, dat het gedwongen wordt om steeds weer de goede keuzes te ontdekken. Dit hoeft niet lastig te zijn, want dat is dus te trainen. Daardoor wordt de speler alleen maar beter en beter in het uitvoeren van de activiteit. Dat is dan ook uiteindelijk wat het doel is van deze manier van werken. Daar gaat het allemaal ook om.

Differentieel leren in positiespellen of partijvormen
Er zijn ook positiespellen en partijvormen mogelijk. Dat kan bijvoorbeeld door te spelen zonder hesjes. Daarmee is te zorgen dat spelers niet in één oogopslag kunnen zien wie bij welke partij hoort. Het is veel belangrijker om te kijken. Ook voordat de speler aan de bal komt. Daardoor wordt het moeilijker voor ze gemaakt en dwing je ze om meer overzicht te houden. Dat zal de wedstrijdvormen alleen maar beter maken. Want dan is er wel een duidelijk verschil tussen de teams te herkennen. Dit zal het dus zeker ook gemakkelijker maken.  Je kunt de spelers ook laten spelen met gekleurde zweetbandjes, spelers moeten dan de omgeving nog beter scannen om te zien bij welk team ze horen.

Training Schmidt 4tegen2 naar aanval over de vleugels

Gebruikmaken van Life Kinetik
Het sportbrein is heel goed te trainen. Het is bijvoorbeeld met specifieke software te doen. Dat kan een goede manier zijn om de hersenen te stimuleren. Daarnaast is het ook mogelijk om bewegingen na te bootsen die in de daadwerkelijke sport terugkomen, maar dan in de eigen ruime. De trainingsmethode die hierop gericht is, is Life Kinetik.

Life Kinetik is een methode die gericht is op het laten samenwerken van beide kanten van de hersenen. Hoe beter dit gaat, hoe sneller de speler kan denken en handelen. De methode wordt op allerlei plekken in de wereld al gebruikt. Het is dan ook niet alleen een methode die geschikt is voor topsporters. Ook bij de jeugd en ouderen of bij amateursporters in de volwassenleeftijd, is Life Kinetik goed te gebruiken. Het is een methode die het brein continu bezighoudt. Het spelen van leuke motorische spelletjes wordt voortdurende een beroep gedaan op de wijze van uitvoeren. Er zijn veel voorbeelden van oefeningen te geven.

Oefeningen van Life Kinetik
Het is goed mogelijk om verschillende oefeningen volgens de methode van Life Kinetik te doen. De deelnemers worden voortdurend uitgedaagd. Ze zijn niet alleen bezig met de voeten, maar net zo goed ook met de handen. Dit is een wetenschappelijk bewezen vorm. Dit is ook wel bekend onder de naam dual task, wat staat voor twee taken. Het is de bedoeling om naast de motorische taak ook een taak op het gebied van denken gelijktijdig te doen. Dat maakt het dus juist ook een grotere uitdaging.

Life Kinetik – Matthias Nowak

Gericht op de sport
Het is belangrijk om te denken aan situaties die passen bij de sport. De motorische taak is dan een techniek die in de basis bij de sport hoort. Een voorbeeld daarvan is dribbelen. Daarnaast bestaan er ook denktaken, zoals het verwerken van informatie, het hebben van inzicht of het tijdig nemen van beslissingen. Wij een dual task oefening doet, moet dus beide kanten gelijktijdig aanpakken. Denk aan het hooghouden van een bal in combinatie met het maken van een rekensom. Het is dan zowel motorisch als cognitief een uitdaging. Wie dit goed uitvoert, heeft de cognitieve taak niet nodig voor de motorische taak en hoeft er dus niet over na te denken.

Kennis van specialisten benutten
Er is steeds meer kennis van specialisten te gebruiken. Denk aan trainer Jan Kluitenberg, met wie Ronald Koeman vaak werkt. Kluitenberg heeft veel kennis van fysieke training en periodisering op conditioneel vlak in het voetbal. Deze trainer gebruikt ook de methode van Life Kinetik in de trainingen. Het is belangrijk om de hersenen te vormen. Het samenwerken tussen de beide helften van de hersenen wordt gestimuleerd. Dit moet dan uiteindelijk in het voetbalspel terug zijn te zien. Bijvoorbeeld doordat er sneller oplossingen gevonden worden of dat niet altijd de gemakkelijkste weg wordt gekozen. Een oefening die veel wordt gekozen is het opgooien en vangen van twee balletjes met daarbij voor- of achteruitstappen.

Onderzoek naar effect Life Kinetik
De universiteit van Krakow in Polen heeft onderzoek naar Life Kinetik uitgevoerd. Daarbij gingen het om de effecten die de training heeft op voetballers. Er werden 48 spelers voor uitgekozen die in een groep voor de experimenten en een controlegroep werden verdeeld. De spelers hadden de leeftijd van 14 en 15 jaar. De onderzoeksgroep deed 75 sessies met Life Kinetik. Die duurden anderhalf uur per keer. Dit was de basis van het onderzoek. De onderzoeksresultaten werden hierna gecontroleerd.

De resultaten van het onderzoek
De controlegroep was ervoor om de resultaten te toetsen. Deze groep kreeg standaardvoetbaltrainingen voorgeschoteld. Er werd vooraf en na afloop gemeten wat de effecten zijn op de jonge spelers. Uit de resultaten blijkt dat de onderzoeksgroep er neurocognitief flink op vooruit was gegaan. Ze werden beter in het maken van beslissingen en zagen daardoor hun prestaties op het veld flink vooruitgaan.

Het trainen van de brein
Wie kiest voor de methode van Life Kinetik legt zich ook meer toe op het gericht trainen van het brein. Dit komt meer en meer voor in de sport. Daarvoor zijn bijvoorbeeld computergames ontwikkeld. Dit maakt het mogelijk om op deze wijze te trainen. Wel is het jammer dat deze methodes vaak flinke kosten met zich meebrengen en niet voor iedereen toegankelijk zijn. Dit is het verschil met Life Kinetik. Dat is wel toegankelijk voor alle partijen. Bovendien is uit onderzoek gebleken dat deze methode het brein stimuleert. Dit maakt het mogelijk om zowel het denken als het handelen in dezelfde training te stimuleren. Met vooruitgang die duidelijk zichtbaar wordt na het volgen van de trainingen.

Life Kinetik training