Fixed mindset vs Growth mindset

Fixed Mindset:

Iemand met een fixed mindset vermijdt uitdagingen, want dan kan hij geen fouten maken.

  • Hij zoekt steeds bevestiging voor zijn intelligentie, persoonlijkheid en/of karakter.
  • Hij gedraagt zich defensief bij belemmeringen en geeft het al gauw op. Zijn grote angst is namelijk falen, dom overkomen, afgewezen worden en zich een verliezer voelen.
  • Inspanning is zinloos, want als je echt een genie bent, dan hoef je je niet in te zetten.
  • Kritiek komt over als een bedreiging. Leerzame negatieve feedback wordt daarom genegeerd.
  • Ook het succes van anderen wordt gezien als een bedreiging.
  • Iemand met een vaststaande of fixed mindset ontwikkelt zich niet echt en bereikt dus minder dan mogelijk is.
  • De fixed mindset beperkt de prestaties. Deze mindset werkt destructief op (positieve) gedachten en leidt ertoe dat iemand op een verkeerde manier leert.

Growth mindset:

Growth mindset heeft ook invloed op het leren, maar dan op een positieve manier, want iemand met een growth mindset:

  • ziet inspanning als de weg naar meesterschap. Basiskwaliteiten zijn namelijk te ontwikkelen door er moeite voor te doen.
  • heeft motivatie en liefde om te leren. Wat kan worden bereikt door jarenlang te werken en te oefenen ligt niet vast.
  • is blij met uitdagingen en geeft niet op bij tegenslag.
  • ziet kritiek als iets om van te leren en hij laat zich inspireren door het succes van anderen.
  • bereikt door zijn manier van denken een steeds hoger niveau.
Fixed mindset vs Growth mindset
Fixed mindset of Growth mindset

Intrinsieke motivatie: Daadwerkelijk geïnteresseerd. Bewust zelfsturing en uithoudingsvermogen en doorzettingsvermogen. Diepgaand leren, Deep learning.

Extrinsieke motivatie: Druk van buitenaf, persoonlijk belang. Je doet dit omdat het moet. Oppervlakkig leren, Surface learning.

Leerders / sporters halen het meest uit een leertraject wanneer ze intrinsiek gemotiveerd zijn. Intrinsieke motivatie is afhankelijk van de mate van vervulling van de drie psychologische basisbehoeften. Deze behoeften zijn:

  1. autonomie
  2. competentie
  3. relatie/sociale verbondenheid

Autonomie is het gevoel van welwillendheid en keuzevrijheid. Intrinsieke motivatie neemt toe wanneer de leerder / sporter echte, wezenlijk van elkaar verschillende keuzes aangeboden krijgt waarbij het niet doen van een activiteit ook tot de keuzemogelijkheden behoort. Let op: autonomie is niet hetzelfde als zelfstandigheid of onafhankelijkheid.

Competentie is de ervaring van de leerder / sporter dat hij kan vertrouwen op zijn eigen kunnen en daarmee bovendien gewenste resultaten kan behalen. Hoe groter het gevoel van competentie, hoe groter de intrinsieke motivatie. (Leer)ervaringen uit het verleden, zowel positief als negatief, zijn van invloed op het gevoel van competentie.

Relatie/sociale verbondenheid is de behoefte van een leerder / sporter om ergens bij te horen en geaccepteerd en gewaardeerd te worden zoals hij is. Hoe groter het gevoel van sociale verbondenheid bij de leerder / sporter is, hoe groter zijn intrinsieke motivatie zal zijn.

Optimaal leerproces

Volgende pagina: Leermodellen

Advertentie
%d bloggers liken dit: